Het menselijk bestaan, het werkelijk zijn, heeft me altijd geboeid. Wie we zijn en waarom we zijn zoals we zijn. Ideeën over fenomenen als afkomst, identiteit, culturele bepaaldheid, maatschappelijke codes en normen bepalen mijn manier van werken en onderzoeken. Vanuit vragen over de menselijke conditie maak ik werken die transformaties zijn van universele menselijke emoties zoals angst, verlangen, verlies, onmacht, eenzaamheid en vervreemding.
In mijn tekeningen en ander werk ga ik al krassend, wringend, wrikkend en mijmerend op zoek naar hun uiteindelijke vorm. Het zijn herhalingen van handelingen. Of het nu gaat om gaten ponsen in foto’s, krassend een gezicht tekenen of het gezicht aftasten met potlood, Steeds zoek ik de nabijheid van de ander met mijn gedachten en gevoelens. Het is een opbouw van handelingen die van sensitief, zacht, tastend en zoekend naar hard, indringend, gefrustreerd agressief gaan. Om al terugtrekkend te belanden in de uiteindelijke vorm.
 
Human existence, truly being, has always fascinated me. Who are we and why are we the way we are? Ideas about phenomena such as origin, identity, cultural determination, social codes and norms determine my way of working and researching. By questioning the human condition I create works that are transformations of universal human emotions such as fear, desire, loss, powerlessness, loneliness and alienation.
In my drawings and other work I scratch, wring, pry and muse in search of their final form. They are repetitions of actions. Whether it’s punching holes in photos, scratching a face or scanning the face with pencil, I always seek the proximity of the other with my thoughts and feelings. It is a structure of actions that go from sensitive, soft, groping and searching to hard, penetrating, frustrated and aggressive. To end up in the final form while retreating.